PEER – Volgend jaar opent Center Parcs in Saarland Park Bostalsee, de 21ste vestiging van de internationale vakantieparkketen. Het concept werd bedacht door Molenbeerselnaar Jean Henkens, al een kwarteeuw de bioloog en landschapsarchitect van de groep.
Vorig weekend werd de 25ste verjaardag gevierd van De Vossemeren, een van de drie Belgische parken van Center Parcs. Jean Henkens (55) ontwikkelde voor die gelegenheid de Monkey Splash, een spectaculaire glijbaan in het subtropische zwembad. Het was slechts een nevenopdracht in zijn werk voor de Europese marktleider op het vlak van shortbreaks. Sommigen noemen hem Mister Center Parcs. Die officieuze eretitel is nauwelijks overdreven, want van de 21 parken tekende hij er achttien.
‘De drie andere parken werden aangekocht, maar achteraf heb ik ze wel aangepast aan het DNA van Center Parcs’, zegt Jean Henkens, die zich de afgelopen decennia talloze keren helemaal in zijn eentje een weg baande door Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische oerwouden. Daar zocht hij tropische bomen en planten voor de centrale infrastructuur van alle parken: het zwemparadijs Aqua Mundo en de Market Dome met zijn winkeltjes en restaurants.
Voor het transport naar Europa ontwikkelde hij een procedé om bomen in een rusttoestand te brengen, zodat ze vier tot acht weken zonder licht, water en verzorging in een container kunnen overleven. Zijn encyclopedische kennis bracht hem tot bij Fidel Castro, die hem ontbood om een bacteriële infectie in zijn botanische tuin te bestrijden. Jean Henkens liet uit ons land een antistof overvliegen en had de ziekte snel onder controle.
El Commandante was zo dankbaar, dat zijn Belgische gast een boom mocht kiezen. Die staat nu in park Erperheide in Peer, waar de intrigerende Noord-Limburger ons een blik gunde in de plannen voor Park Bostalsee. De nieuwste vestiging van Center Parcs strekt zich uit over een oppervlakte van 90 hectaren en telt 500 cottagewoningen. Het project kost 200 miljoen euro en levert zes- à zevenhonderd arbeidsplaatsen op.
Wat is er specifiek aan Bostalsee?
Jean Henkens: ‘Voor het eerst werd een park ontworpen aan de hand van een storyline. Het wordt aangelegd in het natuurgebied Saar-Hunsrück en grenst aan de Bostalsee, een stuwmeer met een wateroppervlak van 120 hectaren. Die ligging deed me fantaseren over de geschiedenis. Ik beeldde me in dat daar ooit mensen woonden op een droge, stenige bodem en dat ze op een bron stootten, waardoor het meer ontstond.’
‘Een van hen trok op wereldreis en stuurde van overal geluksbrengers, zodat zijn stamgenoten een voorspoedig leven zouden leiden. Dat sluit aan bij de filosofie van Center Parcs. Al onze parken zijn plaatsen waar mensen in een groene omgeving een gevoel van welbevinden ervaren. Ik heb het verhaal bewust niet gesitueerd in de tijd, zodat iedereen er zijn eigen interpretatie aan kan geven.’
Hoe vertaal je zo’n verhaal naar een parkconcept?
‘Overal vind je elementen die verwijzen naar de verhaallijn. Over de hele wereld heb ik vrienden en kennissen aangesproken om mij informatie te bezorgen over geluksbrengers. Een hoefijzer, een klavertjevier, een witte hibiscus uit Japan, een boemerang met bepaalde tekeningen bij de Aboriginals, hagedissen, koeien met gekrulde hoorns: het zijn maar enkele voorbeelden van de talrijke suggesties die ik kreeg. Ook koffers, karren en andere reisattributen worden verwerkt in het concept, waarvoor ik samenwerkte met de Fransman Michel Linet-Frion. Hij is een genie in het uitwerken van zulke ideeën.’
Wat staat voorop als je een park begint te tekenen?
‘De vierde dimensie, datgene wat je niet kunt definiëren: hoe gaan drieduizend vakantiegasten zich voelen in die omgeving? Door mijn ervaring heb ik geleerd door een tekening te wandelen. Dat helpt mij om een omgeving te creëren waarin mensen het gevoel hebben dat ze op adem komen, ook al gaat het in de meeste gevallen om een kort verblijf op hooguit enkele uurtjes rijden van thuis.’
Waar trok je naartoe voor de fauna van het nieuwe park?
‘Naar Sumatra en Kalimantan, het zuidelijke deel van Borneo. Ik ben er diverse keren naartoe gereisd. Het was een zware opdracht. De onderhandelingen met de lokale overheden verliepen vlot, maar dan merkte ik dat ik bomen ging halen in een gebied waar een multinational een olieplantage wilde aanleggen. Het is daar niet abnormaal dat plaatselijke clans worden omgekocht om de belangen van grote bedrijven te vrijwaren. Ik werd geïntimideerd door een groep van vijftig à zestig inboorlingen, die ’s avonds rond mijn tent slopen. Ze staken de banden van mijn jeep lek, maar uiteindelijk kon ik toch mijn werk doen. Ik wil hierbij benadrukken dat ik altijd werk met het grootste respect voor de natuur en de internationale wetgeving. Ik ga bijvoorbeeld nooit op expeditie in beschermde gebieden.’
Hoe geraken die bomen op hun bestemming?
‘Via een zeecontainer werden onlangs 271 kanjers van 4,5 meter en hoger naar Rotterdam gebracht. Nu verblijven ze in quarantaine in het naburige dorpje Poeldijk. Mijn bomen werden vergezeld door een aantal ongewenste passagiers, zoals vogelspinnen, enkele nesten schorpioenen, reuzenwespen van een centimeter of vier en insecten waarvan ik de determinatie nog niet rond heb. (lacht) Zo leer je telkens weer wat bij.’
Voor de tuinbouwexpo Floriade in Venlo, die nog loopt tot 7 oktober, ontwierp je een tropische serre en de botanische omgeving van het park. Wat is het verband met je werk bij Center Parcs?
‘Buiten Center Parcs ga ik alleen in op voorstellen die goed zijn voor ons bedrijf. Wel, de Floriade is zo’n evenement. Ik ben enorm trots dat ze een eenvoudige jongen uit Molenbeersel vroegen om het hart van het grootste groenevenement ter wereld vorm te geven. De Floriade werd bezocht door ongeveer twee miljoen mensen. Een groot deel daarvan heeft onze filosofie van groenbeleving meegepikt.’
Met jouw kennis zou je ongetwijfeld elders aan de slag kunnen.
‘Ik vrees dat het daar véél te laat voor is. (lacht) Center Parcs is in mijn genen gekropen. Mijn werk is mijn leven en maakt me gelukkig. Het stopt niet als ik thuiskom. Die passie heb je ook nodig om dit werk goed te doen. In Drenthe werd enkele jaren geleden het exclusieve vakantiepark Hof van Saksen geopend. Qua luxe stond dat een stap hoger dan onze parken, maar onlangs werd het wel failliet verklaard. Voor mij is dat een bevestiging van wat ik altijd al wist: een vakantiebestemming moet een ziel hebben. Wie alleen architectuur wil, maakt een citytrip. Ik wil mezelf even buiten beschouwing laten, maar een externe conceptontwikkelaar kan onmogelijk hetzelfde voelen als iemand die al jaren vertrouwd is met een bedrijf.’