Heijen
Als laatste nog een blik op de buitenkant. het is nog wat kaal zo zonder beplanting maar center parcs kennende verandert dit snel. ook zie je op de foto’s de nieuwe jungle Experience reclame borden bij de entree waarmee de dome weer een frisse look heeft gekregen. Ook zie je de foto’s van het apart gelegen parkeerterrein die je naast het personeels parkeerterrein vind.
03-11-2012
Nieuwe Plattegrond
Klik hier om de plattegrond te downloaden
De laatste verbouwings foto’s van de jungle lodge’s
06-10-2012
Hier een nieuwe plattegrond met nummering en de namen voor de nieuwe Cabana’s.
ook kun je de centrale faciliteiten op deze plattegrond goed zien. Binnenkort meer !
Klik op de plattegrond voor een grote variant!
01-09-2012
Vandaag was eigen center parcs op het heijderbos aanwezig om voor jullie weer een paar leuke foto’s te schieten.Wij liepen het park op met het idee dat er weinig te zien zou zijn maar niets is minder waar. Er was al een heel dorp aan beton blokken zichtbaar die later zullen verdwijnen onder een dikke laag aarde.We begonnen met een rondje in de Jungle Dome:
De vogels en de andere dieren zijn tijdelijk elders ondergebracht.
17-08-2012
HEIJEN – CenterParcs Het Heijderbos in Heijen wordt binnenkort uitgebreid. Aan de Jungle Dome vast, het nagemaakte tropische regenwoud en kinderspeelparadijs, komen negen cabana’s.
Hieronder een eerste plattegrond !
In deze ’tropische hutten’ komen achttien, in jungle-stijl ingerichte hotelkamers: zestien tweepersoons- en twee vierpersoonskamers. Met de eerste voorbereidende werkzaamheden wil parkmanager Lars van Pelt – de gemeente Gennep heeft de bouwvergunning verleend – later deze maand beginnen.
Kosten van de verbouwing: ruim een half miljoen euro. “In oktober moet het klaar zijn. Zodat de cabana’s voor de herfstvakantie al te boeken zijn.” De kamers worden zo gebouwd dat de parkgast een eigen terras heeft in de Jungle Dome. Van Pelt: “Zie het als een soort eigen veranda. Kun je vanaf je terras allerlei tropische vogels in onze Jungle Dome voorbij zien vliegen.”
Bron: De Gelderlander